03 oktober 2017

Jan Boelen, een soldaat uit Bilzen... Bij de familie Lahaye

We wisten al dat mijn grootmoeder Elisa Lahaye tijdens Wereldoorlog 1 in een vluchtelingenschool in Saint-Ouen verbleef. Ze was daar vanaf juni 1915.

Via Rik Maurissen, lid van Bilisium, de geschiedkundige kring van Bilzen, kregen we onlangs geweldig interessante informatie over Jan Boelen (1889-1955), een korporaal uit Bilzen én over het gezin Lahaye in Wereldoorlog 1.
Het gaat om enkele kaarten, foto's en brieven die Jan Boelen nagelaten heeft. 
In onze eigen familie is er blijkbaar niets bewaard uit die periode en het was mijn nonkel Georges (°1927) ook niet bekend dat er een soldaat uit Bilzen in het gezin Lahaye verbleef. Er waren wel verhalen over soldaten uit Charleroi...
Blijkbaar verbleef soldaat Jan Boelen in de beginperiode van Wereldoorlog 1 (1914-1916) regelmatig in Avekapelle, en had hij op sommige momenten contact met de familie Lahaye, het gezin van mijn grootmoeder Elisa.

Soldaat Jan Boelen met Camiel, Maria en Martha Lahaye (Saffré, 1917)

Avekapelle lag erg kort achter het front. In oktober 1914 komen de eerste Belgische militairen in Avekapelle aan. Jan Boelen (korporaal van het 9de Linieregiment) is volgens zijn dagboek voor het eerst op 18 oktober in het dorp. Zijn laatste vermelding is 8 mei 1916.
In Avekapelle worden soldaten ondergebracht die in de sector Pervijze in de eerste linie hebben gestaan. Maar rustig is het er niet. Avekapelle wordt vanaf het begin van de oorlog zwaar gebombardeerd en er is een groot legerdepot ter hoogte van het station op de lijn naar Diksmuide.
Het 9de Linie had er ook een kampement waar de soldaten in "petit repos" of "kleine rust" konden gaan: enkele dagen recuperatie na een viertal dagen in de loopgraven. Daar heeft hij waarschijnlijk de familie Lahaye leren kennen. Volgens zijn dagboeknotities ging hij er regelmatig op bezoek.
Volgens de informatie van Rik Maurissen hield Jan Boelen zijn dagboekje bij tot in het voorjaar van 1916, de periode waarin hij actief was in de loopgraven. Daarna hield hij op met nota's nemen, maar uit andere documenten weten we dat hij rond die tijd overgeplaatst werd naar het vervoerskorps en ingezet werd als ambulancier.

Het gezin Karel en Sophie Lahaye-Bendel woonde in Avekapelle en had vier kinderen: Martha (°1898), Camiel (°1899), Maria (°1900) en Elisa (°1904).

Elisa, Martha (zittend) en Maria Lahaye (Avekapelle, 1915)

Uit de tekst van de kaartjes en de brieven blijkt dat de relatie tussen de kinderen van het gezin en de jonge soldaat erg vriendschappelijk was. Zij wisselden kaartjes, foto's en brieven uit en hielden zeker tot in 1919 contact. Over de jaren daarna is er geen informatie.

Opvallend is dat ze soldaat Jan regelmatig aanspreken als 'lieve onkel'. Op vraag van vader Karel Lahaye ging 'onkel' Jean zijn jongste dochter Elisa met officiële toelating ophalen in de schoolkolonie in Saint-Ouen. Dat was in januari 1918. De rest van het gezin verbleef dan in Saffré in de buurt van Nantes in Frankrijk (niet ver dus van Bouvron waar de jonge Camille Boucneau met zijn moeder en tante verbleef!). Allicht kon soldaat Jan Boelen, door hem te laten doorgaan als familielid, veel gemakkelijker toelating krijgen om Elisa op te halen in de schoolkolonie. Als militair chauffeur had hij bovendien meer mogelijkheden om zich te verplaatsen dan de burgers en vluchtelingen.

Brief (volmacht) aan 'nonkel' Jan voor het afhalen van Elisa in Saint-Ouen


Interessant is ook een kaartje van Camiel Lahaye van 10 april 1919 (als soldaat) vanuit Buderich in de buurt van Düsseldorf (Duitsland) aan zijn 'beste vriend Jean' die dan in Aken verblijft. Blijkbaar zijn ze na afloop van Wereldoorlog 1 beiden in het bezette Duitsland gekazerneerd. 
Camiel vermeldt ook nog dat zijn ouders diezelfde week vanuit Nantes weer naar Avekapelle zijn vertrokken! Ook Camille Boucneau vertrok begin april 1919 weer naar huis. Allicht werd de terugkeer van Vlaamse oorlogsvluchtelingen vanuit Frankrijk dus vrij strak georganiseerd.
Er is ook een kaartje van 12 april 1919 waarin Martha meldt dat ze goed zijn aangekomen thuis en de brief van Jan goed hebben ontvangen, waardoor ze weten dat hij nog leeft. Blijkbaar hadden ze al een tijd geen post meer van hem ontvangen. Hun huis is blijkbaar ongeschonden uit de oorlog gekomen, 'maar het dorp is een echte verwoesting'.

Elisa Lahaye (waarschijnlijk 1919)
De oudste dochters Martha en Maria gingen na de oorlog snel aan het werk als huisbediende. In mei 1919 werken ze, volgens een kaartje van Elisa aan 'zeer lieve onkel' Jan, dan alle twee in Veurne. Later gingen ze beiden werken bij de adellijke familie de Boesinghe (in Boezinge en in Brussel). Martha (+1960) trouwde met Desiré Errens en ging in Leuven wonen. Maria bleef ongehuwd en stierf in Brussel in 1957. Camiel Lahaye bleef ongehuwd en stierf in Avekapelle in 1963. Elisa Lahaye (+1977) trouwde in 1927 met Camille Boucneau, mijn grootvader.

Jan Boelen werd na de oorlog onderstationschef in het station van Bilzen en overleed in 1955.


(De prachtige foto's van het gezin Lahaye kregen we, samen met een kopie van de andere documenten, van Rik Maurissen, die we hiervoor erg willen bedanken!)



29 september 2017

Marmer uit Rance voor de Brugse elite

Dat het marmer uit Rance gedurende eeuwen erg gewaardeerd werd, dat vertelden we al eerder.
In het tijdschrift Biekorf, jaargang 56, uit 1955, vonden we een interessant artikel van Guillaume Michiels, over marmer uit Henegouwen, vooral uit Rance, dat in de 18de eeuw werd gebruikt in de statige huizen van rijke Brugse burgers (hoge ambtenaren, geestelijken en handelaars).


"Schouwen in Louis XV en in de opkomende stijl ‘à la grecque’ (d.i. Louis XVI) worden bij karrevrachten ingevoerd o.m. uit Rance, de Henegouwse gemeente die beroemd is om haar rood marmer en om het verwerken van de marmersoorten uit de streek van Samber-en-Maas. Uit de verzendingsregisters 1769-1784 van het marmerbedrijf ‘Thomas et Boutée’ te Rance hebben we de volgende gegevens betreffende Brugge samengebracht. De bestellingen voor Brugge en het Vlaanderse werden gegroepeerd en door Henegouwse voerlieden per wagen aangebracht; de volgende ‘voituriers’ komen in de registers voor: ‘Marin de Beaumont; Patat de Rance; Joyeux de Leugny; Petit Mayeur de Solre St. Gery; Pierre Erbecq de Leugny; Jean Grawet de Boussu; Petit Bleu de Leugny; Charlet de Solre St. Gery; Jeanmay.’ Op de kop van onze lijst van Brugse bestemmelingen de beeldhouwer Pieter Pepers (...)." 

De familie Boutée was een van de bekende marmerhandelaars uit die tijd. Jean Joseph Boutée, gestorven te Rance op 7 October 1777 was in 1728 gehuwd met Marie-Thérèse Thomas, zuster van Pierre-Joseph Thomas.P.J. Thomas huwde Marie-Thérèse De Bourge van Beaumont; hun oudste zoon Michel Gabriel Thomas, geboren op 7 September 1753 en gehuwd met Anne Marie Boucneau, zette de uitbating van het marmerbedrijf voort. Tijdens de Franse Omwenteling werd Gabriel Thomas vrederechter van het Kanton Beaumont. In 1807 had hij Rance verlaten en was naar Dijon in Frankrijk gaan wonen.



In het artikel komen heel wat vooraanstaande Brugse families aan bod en wordt verwezen naar nog bestaande gebouwen en kerken!  

Eén van de belangrijke leveringen voor Pieter Pepers is een altaar dat zich oorspronkelijk in de Brugse Sint-Andriesabdij bevond. Die overleefde echter de Franse revolutie niet en het altaar kwam terecht in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het gaat om het altaar waarin zich het bekende beeldje van Michelangelo, de Madonna met Kind bevindt!

Een ander interessante vermelding is een zwart marmeren schouw in Lodewijk XVI-stijl in de ambachtskamer van het huis van de kleermakers op de Steenhouwersdijk nummer 3 (nu hotel Die Swaene). Ook deze werd geleverd aan Pieter Pepers.






Bronnen en meer informatie:

10 september 2017

Marcella Boucneau overleden

Op 28 augustus overleed Marcella Boucneau, weduwe van Gery Messelis.
Mijn tante Marcella werd 87 jaar oud. We wensen de familie veel sterkte, vooral dochter Lucrèce die zoveel jaar voor haar zorgde.

Marcella was de dochter van Camiel en Elisa Boucneau-Lahaye. Zij was de zus van mijn nonkel Georges, mijn nonkel Daniël (+) en mijn vader Willy.















 Patrick Boucneau, september 2017.

04 augustus 2017

Gilbert Boucneau uit Veurne overleden.

Op 18 juli 2017 overleed Gilbert Boucneau, echtgenoot van Margareta Decroo.
Gilbert was 82 jaar oud. We wensen de familie veel sterkte, in de eerste plaats zijn echtgenote Margareta en zijn broer Robert en zus Nelly.

Gilbert was de oudste zoon van Georges en Alice Boucneau-Ackerman. Hij was een neef van mijn vader Willy. De familie woont in Veurne.



Patrick Boucneau, augustus 2017.
.

15 mei 2017

Op zoek naar het huis van Adolphe Boucneau in London...
Looking for the house of Adolphe Boucneau in London...

Begin mei 2017 waren we met vrienden een weekendje in Londen. Uiteraard maakten we van de gelegenheid gebruik om even te gaan zoeken naar de woning van Adolphe Joseph Boucneau (1820-1886) en zijn zoon Adolphe Joseph Henry en zijn gezin.

Volgens de volkstelling van 1891 woonden zij in de Warren Street op nummer 48. Deze rustige straat ligt in de (huidige) wijk Fitzrovia in het Londense bestuurlijke gebied Camden, in de regio Groot-Londen. Destijds werd deze wijk Saint Pancras genoemd. De Warren Street ligt dan ook vlak bij het bekende station Saint Pancras. Vlakbij, aan de overzijde van Euston Road, ligt de Holy Trinity Church waar Adolphe Joseph Henry (1844-1899) op 15 september 1847 gedoopt werd.

Ook van enkele mooie facturen kennen we het adres. Meestal wordt Warren Street 48 vermeld, met soms als toevoeging Fritzroy Square, dat is het plein dat vlakbij ligt. Op een bepaald moment heeft zijn bedrijf zelfs de nummers 48 én 49!

Als Adolphe Boucneau op dat moment op deze twee huisnummers actief is, wil dat volgens ons zeggen dat hij in feite woont op de hoek van de Warren Street en de Fritzroy Street. De achterzijde van zijn woning (en atelier?) raakt dan aan de Euston Road, nu een grote, drukke straat door de stad. In sommige documenten (zoals de Academy architecture and annual architectural review uit 1896) wordt inderdaad ook het overeenkomstige adres Euston Road 349 vermeld...We vonden zelfs een prachtige advertentie (met ee nprachtige marmeren schouw!) van 'A. Boucneau & Son' met dit adres in dezelfde publicatie uit het jaar 1897! Hun werkhuis ('works') lag blijkbaar aan de overkant van Euston Road op Diana Place...

Vergelijk deze oude kaart van Londen met hetzelfde  gebied op Google Maps:





De oude woning bestaat jammer genoeg niet meer! Op de plaats waar de woning met nummer 48 stond (de onderstaande foto dateert uit ongeveer 1930 en kregen we van Jim Trewin), staat nu een kantoorgebouw met het nummer 45 (en het beslaat dus de oude nummers 45 tot 49, het volgende nummer op de hoek er tegenover draagt het nummer 50). In de Warren Street staan wel nog  gelijkaardige typische Londense stadswoningen met een benedenverdieping die via een trap voor de woning bereikbaar is...




(English version)

Early May 2017, we had a weekend in London with friends. Of course, we tried to find the old home of Adolphe Joseph Boucneau (1820-1886) and his son Adolphe Joseph Henry and his family.

Adolphe Boucneau lived in Warren Street at number 48 in Fitzrovia in London's Camden administrative area. At that time this district was called Saint Pancras. Warren Street is also near Saint Pancras Station. Nearby is the Holy Trinity Church where Adolphe Joseph Henry (1844-1899) was christened on September 15, 1847.

Also through some beautiful invoices we know the address. Usually Warren Street 48 is mentioned, sometimes adding Fritzroy Square, which is the square nearby. At some point, his company even has the numbers 48 and 49!

Unfortunately, the old house no longer exists. Numbers 45 to 49 now have an office building. In 1897 'A. Boucneau & Son' had a 'Marble Gallerie' on Euston Road 349, wich is
at the back of the house at Warren Street on number 48... 

12 mei 2017

Stamboom Boucneau deed mee aan DNA-onderzoek!


In 2016 werd een oproep gedaan naar families met een goed gedocumenteerde stamboom om deel te nemen aan een onderzoeksproject 'De Gen-iale Stamboom' van Familiekunde Vlaanderen en de KULeuven.

In dit onderzoek was het de bedoeling om via een analyse van DNA van mannelijke familieleden (het mannelijke Y-chromosoom) de juistheid van de verwantschap over de generaties heen en het aandeel buitenechtelijke kinderen na te gaan. De oude veronderstelling was dat dit aandeel doorheen de geschiedenis gemiddeld 10% bedroeg... In de realiteit zou slechts 0,9% bedragen.

Door dit onderzoek zou dus meteen ook duidelijk worden of de mannelijke afstamming in onze familiestamboom klopte. Met andere woorden, of ons opzoekingswerk in de archieven nauwkeurig was uitgevoerd, tenminste als die historische gegevens correct waren.

Concreet vergelijkt men dus het Y-chromosoom van verschillende mannelijke afstammelingen in een stamboom.  Kandidaten moesten - omwille van privacyredenen - in hun stamboom minstens zeven generaties van elkaar verwijderd zijn. Dit kon het geval zijn in rechte lijn, of via een gemeenschappelijke voorouder. Als er op basis van archiefgegevens al twijfel was over echte biologische verwantschap van vader op zoon, werden deze afstammelingen uitgesloten van het onderzoek. Aangezien mijn grootvader Camiel Boucneau een voorhuwelijks kind was, kon ik zelf of mijn zoon Jonas in principe niet deelnemen.

We gingen dus verder op zoek wie er in onze stamboom in aanmerking kwam om aan dit onderzoek mee te werken.
Met ongeveer vijftig Boucneau's in Vlaanderen was dit niet zo eenvoudig. Bovendien lijkt het er op dat het aantal mannelijke afstammelingen in onze stamboom in de minderheid is. De meeste levende familieleden zijn te nauw verwant om deel te nemen. De voorwaarde van de onderlinge afstand beperkte het aantal mogelijke kandidaten tot een stuk of zes.
Na wat zoekwerk bleven dus over: de zonen van Jan of Albert Boucneau; de zonen van Jacques Boucneau en de twee neven van mijn vader, nl. Robert en Gilbert Boucneau, de zonen van Georges Boucneau.

Uiteindelijk deden Geert, Joachim en Robert Boucneau aan het onderzoek mee. Zij kregen vorig jaar een DNA-kit opgestuurd om een staaltje wangslijm terug te sturen voor het onderzoek.
De meest recente gezamenlijke voorvader van de(ze) Vlaamse Boucneau's is Jacobus Anselmus Boucneau. Dat is 6 (voor Robert), 7 (voor Geert) of 8 (voor Joachim) generaties geleden...

Eind november ontvingen ze hun persoonlijke resultaten. Hieruit bleek dat de genetische verwantschap klopt: ze zijn alle drie familie van elkaar via hun vaders! Dat is in elk geval mooi nieuws voor onze stamboom. Ons opzoekingswerk is dus correct! Bovendien zijn onze voorvaders volgens dit onderzoek allemaal brave huisvaders!

Het type Y-chromosoom is voor alle drie gelijk en behoort tot de zogenaamde haplogroep R-Z195. Over die haplogroepen is veel te vertellen, maar het verhaal wordt dan algauw erg wetenschappelijk. Het komt er op neer dat men ook van het mannelijke Y-chromosoom een soort van stamboom kan opstellen. Het wordt in principe onveranderd doorgegeven van generatie op generatie tussen de mannelijke afstammelingen. Maar soms, over honderden en duizenden jaren, ontstaan er door mutaties (wijzigingen) in het DNA toch verschillen. Zo weet men dat 'ons' haplotype vooral veel voorkomt in Spanje en (Zuid-)Frankrijk. Maar je kan niet hieruit niet zomaar besluiten dat onze verste voorvader dus uit die regio afkomstig zou zijn. Dat is te kort door de bocht...



Meer info over dit onderzoek en enkele interessante filmpjes vind je op deze links:

Over de haplogroepen van het Y-chromosoom:
http://isogg.org/tree/ISOGG_HapgrpR.html
https://en.wikipedia.org/wiki/Haplogroup

Over dit onderzoek:
http://familiekunde-vlaanderen.be/projecten/genealogie-en-DNA-onderzoek
https://nl.geneanet.org/actueel/post/2015/12/de-gen-iale-stamboom
https://www.facebook.com/degenialestamboom/
https://www.youtube.com/watch?v=1fPh2V-8ps4
https://www.youtube.com/watch?v=c5Q7RIxsyhQ&t=1s 
https://www.youtube.com/watch?v=iNZxiJJb6pY

17 maart 2017

Camille Boucneau vertrok op 6 april 1919 uit Bouvron, eindelijk naar huis!

De mensen van het archief in Nantes zijn geweldig sympathiek en hebben me enkele documenten uit het archief toegestuurd! Het gaat om twee brieven (geschreven door de groep vluchtelingen zelf) waarin om kleding wordt gevraagd bij de 'sous-prefect' én de eerste pagina van een brief uit 1919 van de burgemeester van Bouvron aan diezelfde 'sous-prefect', om te melden dat de Belgische vluchtelingen naar huis zijn vertrokken.
Die brief van burgemeester is erg interessant. Hij meldt daarin dat de 8 Belgische vluchtelingen op 6 april zijn vertrokken en zegt ook om wie het gaat.Ze waren blijkbaar in Bouvron aangekomen op 18 juli 1917 en verbleven blijkbaar heel die tijd in de meisjesschool van de gemeente. 

Het gaat om de volgende personen:
- Juffrouw Devette Nathalie, geboren op 2 april 1848
- Juffrouw Devette Sophie, geboren op 6 oktober 1852
- Juffrouw Devette Romania, geboren op 14 april 1854
- Juffrouw Devette Eulalie, geboren op 20 april 1859
- Juffrouw Cools Elisa, geboren 8 april 1879
- Mevrouw Vantoortelboom, geboren op 22 september 1858 
- Mevrouw Beuselinck Leonie, geboren  op 17 oktober 1898
- Meneer Boucneau Camille, geboren op 14 maart 1904




    Volgens deze lijst gaat het om vier zussen uit één familie Devette, een zekere Elisa Cools, mijn grootvader Camille Boucneau, zijn grootmoeder Virginie Vantoortelboom-Petit en zijn tante Leonie Beuselinck-Vantoortelboom. Zij kwamen uit Eggewaartskapelle. De ouders van Camille waren blijkbaar niet bij deze groep. Misschien bleven ze tijdens de hele oorlog achter in de Westhoek... 
    De Elisa Cools en de vier zusters Devette zijn afkomstig uit Pervijze. Dat werd ons ook bevestigd door Herman Declerck. De vier zusters Devette liggen blijkbaar begraven op het kerkhof in Pervijze.
    In een van de twee andere brieven is ook sprake van een negende persoon, namelijk ene Zenobie Verhaeghe. Zij werd volgens Herman Declerck geboren op 8 juni 1898 in Steenkerke en was dus 21 jaar oud in 1919.
    Over die twee brieven later meer...



    16 februari 2017

    Camille Boucneau was tijdens de Groote Oorlog in Bouvron bij Nantes!

    Interessant nieuws! Georges Boucneau herinnerde zich naar aanleiding van mijn verhaal over de vlucht van mijn grootouders Camille en Elisa in de eerste wereldoorlog dat Camille 'samen met zijn grootouders in 1917 naar Bouvrons of Bouverons in Bretagne gevlucht was'. Hij zou er bij een boer en een slager gewerkt hebben.

    Na een vraag aan het archief van Nantes (Frankrijk) zijn we nu zeker dat bompa Camille tijdens de eerste wereldoorlog wel degelijk in Bouvron verbleef.
    Bouvron is een dorp in de Loire-Atlantique
    op ongeveer 40 km ten noordwesten van Nantes.

    Camille was er dus naar toe gevlucht in het gezelschap van zijn grootmoeder Virginie Petit (zijn grootvader Benjamin Vantoortelboom overleed in 1912).

    Volgens het antwoord dat ik ontving zitten er in hun archief verschillende documenten die Camille  Boucneau vermelden. Hij komt voor in een telling van vluchtelingen, samen met 7 andere Belgen. Volgens hun info waren zij daar van 18/7/1917 tot 6/4/1919, bijna twee jaar dus. Zij vermelden ook een leuke anekdote van de burgemeester van Bouvron ("Ah, les brave gens") en enkele brieven waarin om kleding wordt gevraagd.

    Ik heb hen heel erg bedankt en gevraagd of het toch niet mogelijk is om ons een kopie (of foto) van deze documenten te bezorgen. Ik was namelijk niet meteen van plan om dit jaar naar Nantes te gaan...


    De brief die we ontvingen van het archief in Nantes (klik voor een groter beeld)

    04 februari 2017

    Een klasfoto uit 1913!

    Onlangs vonden we op de geweldig interessante website van Westhoek Verbeeldt een wat beschadigde klasfoto uit 1913 van de lagere school in Eggewaartskapelle!

    Het is allicht de laatste klasfoto voor het uitbreken van De Groote Oorlog, daarna zou alles anders zijn in de Westhoek...

    We waren erg verrast om in de bijgaande informatie te lezen dat ook mijn grootvader Camiel Boucneau er op stond (tweede rij van onder te beginnen, tweede van links, nummer 14 op de website Westhoek Verbeeldt)! Camiel werd opgevoed bij zijn grootouders Benjamin Vantoortelboom en Virginie Petit die in Eggewaartskapelle woonden (en er een café hadden).
    Vier jaar later, in 1917, zou Camiel samen met zijn grootouders, net als zoveel andere burgers voor het oorlogsgeweld uit de Westhoek vluchten naar Frankrijk...

    Eggewaartskapelle: gemeenteschool Eggewaartskapelle 1913
    (Klasfoto Eggewaartskapelle uit 1913 - Westhoek Verbeeldt)


    (Detail klasfoto: Camiel Boucneau)































    Het is de enige foto die we van Camiel hebben uit zijn jonge jaren. De volgende foto uit zijn jeugdjaren is de familiefoto van het gezin Jules en Elisa Boucneau-Vantoortelboom (Camiel, tweede van links achteraan).



    (Gezin Jules en Elisa Boucneau-Vantoortelboom)

    06 januari 2017

    Een nieuw jaar!

    Mijn beste wensen voor 2017!
    Een nieuw jaar brengt nieuwe verhalen! Ook over onze familie!

    Louis Boucneau geëlektrocuteerd!

    In Brussel waren enkele Boucneau's actief als marmerhandelaar. Zij waren afkomstig uit Rance. Het gaat onder meer om Leon en François Boucneau (1848-1916) en familieleden of kinderen van hen. De volledige stamboom hebben we nog niet kunnen reconstrueren.

    In een Brusselse krant, La Métropole, van 7 februari 1914, vonden we een stukje over 'un ingénieur électrocuté'. Het gaat blijkbaar om een ongeval waarbij Louis Boucneau, jong ingenieur, omkomt door elektrocutie bij het nakijken van een motor in een marmerbedrijf die hij zelf geplaatst had. Het marmerbedrijf wordt niet bij naam genoemd, maar ligt in de Merodestraat in Vorst (Brussel). Waarschijnlijk is het geen bedrijf van de familie Boucneau. Hijzelf woont blijkbaar in de Artiestenstraat op nummer 19 in Laken (Brussel).


    Letterlijk hetzelfde (vertaalde) bericht vonden we terug in Het Morgenblad, een Antwerpse krant uit die tijd.


    In La Dernière Heure van 8 februari vonden we zijn overlijdensbericht.


    Louis Boucneau blijkt 23 jaar oud en is dus waarschijnlijk geboren in 1890 of 1891. Blijkbaar werd hij bijgezet in het familiegraf in Schaarbeek, hetgeen er op wijst dat er reeds andere familieleden van de familie Boucneau in Schaarbeek begraven liggen.

    In de Brusselse Almanach uit 1914, een soort Gouden Gids uit die tijd, vonden we vier Boucneaus terug: ene L. Boucneau, 'employé' in de Rue Gilbert; François Boucneau, 'marbrier-sculpteur', in de Rue de la Victoire (bedrijf in de Rue du Métal); Leon Boucneau, 'négociant en marbres' in de Rue de Brabant (bedrijf in de Rue Herry) en tenslotte deze L(ouis) Boucneau, 'rentier' (rentenier dus, maar misschien had hij op dat moment gewoon geen werk?!), in de Rue des Artistes, op nummer 19!



    *Version Français*

    Louis Boucneau électrocuté! 

    A Bruxelles, les Boucneaus étaient active en tant que commerçant de marbre. Ils venaient de Rance. Parmi eux se trouvaient Léon et François Boucneau (1848-1916) et Louis Boucneau, qui est probablement un fils de François. 

    Dans un journal, La Métropole, daté du 7 février 1914, il y avait un article sur un accident dans lequel Louis Boucneau, jeune ingénieur, a été tué par électrocution. Louis Boucneau a atteint l'âge de 23 ans et est probablement né en 1890 ou 1891. 

    Apparemment, il a été enterré dans le caveau familial de Schaerbeek, indiquant qu'il y avait déjà enterré d'autres membres de la famille Boucneau. 

    Dans l'Almanach de Bruxelles de 1914, quatre Boucneaus étaient mentionnés: L. Boucneau, 'employé', rue Gilbert; François Boucneau, 'marbrier-sculpteur', rue de la Victoire; Léon Boucneau, 'négociant en marbres', rue de Brabant, et L(ouis) Boucneau, 'rentier', rue des Artistes, numéro 19! 


    *English version*

    Louis Boucneau electrocuted!

    In Brussels, the Boucneau family was active as marble traders. They came from Rance. Among them were Leon and François Boucneau (1848-1916) and Louis Boucneau, who is probably a son of François.

    In a newspaper, La Métropole, dated February 7, 1914, there was an article about an accident in which Louis Boucneau, a young engineer, was killed by electrocution.

    Louis Boucneau attained the age of 23 and was probably born in 1890 or 1891. Apparently he was buried in the family vault in Schaerbeek, indicating that there had already been buried other members of the Boucneau family.

    In the Brussels 1914 Almanac, four Boucneaus were mentioned: L. Boucneau, 'employee', rue Gilbert; François Boucneau, 'marble-sculptor', rue de la Victoire; Leon Boucneau, 'marble merchant', rue de Brabant, and L(ouis) Boucneau, 'rentier', rue des Artistes, number 19!



    Bron:
    - Krantenarchief via www.HetArchief.be - https://hetarchief.be/nl/zoeken/boucneau